Instructieboekje, auto handleidingen

Afstellen van voorstoel – elektrisch

De voorstoel kan worden afgesteld met de bedieningsschakelaars aan de buitenzijde van de zitting. Stel voor het rijden de stoel af in de juiste stand zodat u het stuurwiel, de pedalen en de schakelaars op het dashboard gemakkelijk kunt bedienen.

WAARSCHUWING De elektrisch verstelbare stoelen kunnen worden bediend met het contact in stand OFF. Laat kinderen daarom nooit alleen achter in de auto.

LET OP

  • Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juist afgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen beschadigd raken
  • Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperk daarom het verstellen van de stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
  • Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anders kunnen de elektromotoren of andere elektrische onderdelen beschadigd raken.

Vooruit en achteruit

Vooruit en achteruit

Druk de bedieningsschakelaar naar voren of naar achteren om de stoel in de gewenste stand te zetten. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat

Rugleuningverstelling

Rugleuningverstelling

Druk de bedieningsschakelaar naar voren of naar achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.

Stoelhoogte

Stoelhoogte

Trek het voorste deel van de bedieningsschakelaar naar boven of naar beneden om de voorzijde van de zitting omhoog of omlaag te verstellen. Trek het achterste deel van de bedieningsschakelaar naar boven of duw het naar beneden om de zitting lager te zetten Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat

Lendensteun

Lendensteun

De lendensteun kan worden versteld door de schakelaar van de lendensteun op de zijkant van de bestuurdersstoel in te drukken.

Type A

  1. Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de achterzijde voor minder steun.
  2. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.

Lendensteun

Type B

  1. Druk op de voorzijde (1) van de schakelaar voor meer steun en op de achterzijde (2) voor minder steun.
  2. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
  3. Druk op de bovenkant (3) van de schakelaar om de steun hoger te zetten of druk op de onderkant (4) van de schakelaar om de steun lager te zetten.
  4. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Voorstoel afstellen: handmatig

    Vooruit en achteruit Verstel de stoel als volgt vooruit of achteruit: Houd de hendel voor de langsverstelling omhooggetrokken. Schuif de stoel in de gewenste positie. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Geheugen bestuurdersstoel

    De bestuurdersstoel heeft een geheugen, waarin de stand van de stoel en de buitenspiegels met een druk op de knop kunnen worden opgeslagen of teruggezet Verschillende personen kunnen zodoende elk hun eigen voorkeursinstellingen bewaren. Als de accukabels worden losgenomen, wordt het geheugen van de stoelstanden gewist. De voorkeursposities dienen in dat geval opnieuw te worden opgeslagen.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Goede rijgewoonten

    Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als de selectiehendel van stand P (parkeren) of N (neutraal) in een andere stand wordt gezet. Zet de selectiehendel nooit in stand P (parkeren) als de auto nog niet volledig tot stilstand is gekomen. Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand R of D wordt ingeschakeld. Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk Laat de auto bij het rijden altijd in een versnelling staan. Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt. Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren. Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor. Verlaag de snelheid voordat u terugschakelt Anders kan de lagere versnelling misschien niet worden ingeschakeld. Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw niet uitsluitend op stand P van de transmissie om de auto op zijn plaats te houden. Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas geven en schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de controle over uw auto kunt verliezen. Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk brandstofverbruik moet het gaspedaal met een gelijkmatige beweging worden ingetrapt en losgelaten.