Afstellen koplampen en mistlampen voor (Europa)
Koplampen afstellen


- Pomp de banden tot de gewenste bandenspanning op en haal alle lading
uit de auto behalve de bestuurder, reserveband en gereedschap.
- Zet de auto op een vlakke vloer.
- Teken verticale lijnen (door de middelpunten van elk van de
koplampen) en een horizontale lijn (door de middelpunten van de
koplampen) op het scherm.
- Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de
koplampen in en stel de koplampen zo af dat het helderste gedeelte van
de lichtbundel op de horizontale en verticale lijnen valt.
- Draai de schroevendraaier (1) rechtsom of linksom om de dim en
grootlichtbundel naar links of rechts te verstellen. Draai de
schroevendraaier (2) rechtsom of linksom om de dim of grootlichtbundel
omhoog of omlaag te verstellen.
Mistlamp voor afstellen

De mistlamp voor kan op dezelfde manier worden afgesteld als de koplampen
Stel de mistlampen af bij een voldoende geladen accu en normaal
functionerende lampen Draai de schroevendraaier rechtsom of linksom om
de mistlamp voor omhoog of omlaag te verstellen.
Afstelpunt

*A: Scherm


Koplamp dimlicht (LHD voertuig)
- Stel het dimlicht af zonder dat de bestuurder in de auto zit.
- De knik moet worden geprojecteerd op de plaats van de knik in de
afbeelding.
- Bij het afstellen van het dimlicht, stelt u eerst horizontaal af,
en vervolgens verticaal.
- Als de auto is uitgerust met koplamphoogteregeling, zet dan de
schakelaar van de koplamphoogteregeling op 0.

Koplamp dimlicht (RHD voertuig)
- Stel het dimlicht af zonder dat de bestuurder in de auto zit.
- De knik moet worden geprojecteerd op de plaats van de knik in de
afbeelding.
- Bij het afstellen van het dimlicht, stelt u eerst horizontaal af, en
vervolgens verticaal.
- Als de auto is uitgerust met koplamphoogteregeling, zet dan de
schakelaar van de koplamphoogteregeling op 0.

Mistlamp voor
- Schakel de mistlamp vooraan in zonder dat de bestuurder in de auto
zit.
- De knik moet worden geprojecteerd binnen het toegestane bereik
(gearceerd gebied).
LESEN SIE MEHR:
1. Wrik het afdekkapje met een platte schroevendraaier voorzichtig los uit
het huis van de verlichting. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3.
Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Breng de lipjes van de lens in lijn
met de uitsparingen in het huis van de verlichting en klik de lens vast.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto voordat is gecontroleerd of de remlampen werken.
Wanneer u deze procedure uitvoert, moet u de transmissie uit de
parkeerstand (P) zetten, zodat uw auto vrij kan rollen. Om te voorkomen dat
de auto zich ongewenst verplaatst, trekt u altijd de parkeerrem volledig aan
voordat u deze procedure uitvoert. Gebruik wielkeggen indien nodig.
Als de parkeerrem volledig is vrijgezet, maar de remwaarschuwingslamp
blijft branden, werken de remmen wellicht niet correct. Laat uw auto zo snel
mogelijk controleren.