Bij de adaptieve koplampen worden de stand van het stuurwiel en de rijsnelheid gebruikt om u een breed gezichtsveld te geven door de koplamp te draaien en horizontaal te houden Zet de schakelaar in de stand AUTO als de motor draait. Het adaptieve koplamp systeem werkt als de koplampen AAN staan. Om AFLS uit te zetten, moet u de schakelaar in een andere stand zetten. Als AFLS uit staat, draaien de koplampen niet meer mee, maar worden dan nog steeds horizontaal gehouden Als het controlelampje voor een defect AFLS gaat branden, werkt AFLS niet juist. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie en start de motor opnieuw. Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats als het controlelampje blijft branden. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.