Instructieboekje, auto handleidingen

Afgaan van het alarm

Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaanwijzers gedurende dertig seconden.

Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden de alarmsystemen uitgeschakeld.

Als het verklikkerlampje van de knop snel knippert bij het ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening of met het "Keyless entry and start"- systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als het contact wordt aangezet.

Storing afstandsbediening

Om de alarmsystemen uit te schakelen:

  • Ontgrendel de auto met de sleutel (in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.
  • Open het portier; het alarm gaat af.
  • Zet het contact aan, het alarm stopt. Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.

Vergrendelen van de auto zonder het alarm in te schakelen

  • Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.

Storing

Als bij het aanzetten van het contact het verklikkerlampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem.

Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Automatisch inschakelen

Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterklep is gesloten, automatisch ingeschakeld.

  • Om het afgaan van het alarm bij het openen van een portier of de achterklep te voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop van de afstandsbediening worden gedrukt of moet de auto ontgrendeld worden met het "Keyless entry and start"-systeem.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Vergrendelen van de auto met alleen de uitwendige beveiliging ingeschakeld

    Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt ingeschakeld als bijvoorbeeld: een ruit op een kier blijft staan, een huisdier in de auto achterblijft, de auto wordt gewassen, een wiel wordt verwisseld, de auto wordt gesleept, de auto op een boot wordt vervoerd.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Elektrisch bedienbare ruiten

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Rijden op een overstroomde weg

    Probeer het rijden over overstroomde wegen zo veel mogelijk te vermijden, want het water kan de motor, versnellingsbak en het elektrische systeem van uw auto ernstig beschadigen. Bent u genoodzaakt over een overstroomd weggedeelte te rijden, doe dan het volgende: kijk of het water niet meer dan 15 cm diep is, houd daarbij rekening met golven die door andere weggebruikers kunnen worden veroorzaakt, schakel het Stop & Start-systeem uit, rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller dan 10 km/h, zet de auto niet stil en zet de motor niet af.