Instructieboekje, auto handleidingen

Achterstoelen (neerklapbaar)

De rugleuningen kunnen worden neergeklapt.

Rugleuningen achter neerklappen

1. Controleer of de hendel van het beveiligingssysteem van de bagageruimte in de ontgrendelstand staat.

Verstellen van de stoelen

2. Trek de ontgrendelingshendel van de rugleuning naar u toe en klap de rugleuning neer.

Til bij het terugzetten van de rugleuningen van de achterstoelen in de oorspronkelijke stand de rugleuningen op tot deze worden vergrendeld.

Verstellen van de stoelen

Beveiligingssysteem bagageruimte

WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.

Wanneer de rugleuningen achter omlaag worden geklapt

  • Klap de rugleuningen niet neer tijdens het rijden.
  • Parkeer de auto op een vlakke ondergrond, activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand P.
  • Laat geen personen op een neergeklapte rugleuning of in de bagageruimte zitten tijdens het rijden.
  • Laat geen kinderen toe in de bagageruimte.

■ Nadat de rugleuning van de achterstoel rechtop is gezet

  • Controleer of de rugleuning goed vergrendeld is door de rugleuning voorzichtig naar voren en naar achteren te drukken.

    Als de rugleuning niet goed vergrendeld is, is de rode markering zichtbaar op de ontgrendelingshendel van de rugleuningverstelling.

    Zorg dat het rode merkteken niet zichtbaar is.

Verstellen van de stoelen

  • Controleer of de veiligheidsgordels niet gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Voorstoelen

    Procedure voor het verstellen Elektrisch verstelbare stoel

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Ergonomisch geheugen

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning

    Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, luchtroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven. Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiek vervangen (zie de rubriek "Controles").