Achterklep sluiten
WAARSCHUWING
Blijf uit de buurt van de achterklep wanneer u de schakelaar achteraan
gebruikt.

Druk kort op de bedieningsknop van de achterklep.
Knop van de achterklep uitschakelenU kunt de knop van de
achterklep uitschakelen in het menu Geavanceerde instellingen.
Beweging van de achterklep stoppen
N.B.: U mag geen plotse en
overdreven kracht uitoefenen op de achterklep terwijl deze beweegt.Dit kan
de elektrische achterklep en onderdelen ervan beschadigen.
U kunt de beweging van de achterklep als volgt stoppen:
- Druk op de bedieningsknop van de achterklep.
- Druk twee keer op de knop voor de achterklep op de afstandsbediening.
- Druk op de knop voor de achterklep op het dashboard.
LESEN SIE MEHR:
Breng de achterklep omhoog.
Stop de beweging van de achterklep door op de bedieningsknop op de
achterklep te drukken wanneer de gewenste hoogte is bereikt.
N.B.: Wanneer de achterklep
niet meer beweegt, kunt u deze ook met de hand naar de gewenste hoogte
bewegen.
Houd de bedieningsknop van de achterklep ingedrukt totdat een
geluidssignaal weerklinkt, wat erop wijst dat het programmeren is voltooid.
N.B.: U kunt alleen de
bedieningsknop van de achterklep gebruiken om de hoogte te programmeren.
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is
bijzonder gevaarlijk Laat de auto bij het afrijden van een helling
altijd in een versnelling staan.\
Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt.
Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren.
Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug
naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor.
Verlaag de snelheid voordat u terugschakelt Hiermee voorkomt u
dat de motor met een te hoog toerental gaat draaien, wat schadelijk
kan zijn voor de motor.
Verlaag uw snelheid ook als u geconfronteerd wordt met zijwind.
Dan kunt u de auto beter onder controle houden.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen
voordat u de stand R (achteruit) inschakelt. Anders kan de transmissie
beschadigd raken Om de stand R (achteruit) in te schakelen, moet u
het koppelingspedaal intrappen, de versnellingspook in de vrijstand
zetten, 3 seconden wachten en dan de versnellingspook in de stand R
(achteruit) zetten.
Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde
ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas geven en
schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering
leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de
controle over uw auto kunt verliezen.